Deze post is gepubliceerd in het BIT Magazine: https://www.bitmagazine.nl/welzijn/heeft-het-paard-echt-een-hoge-schoft/129014/
Regelmatig in mijn werk kom ik paarden tegen met een 'hoge schoft'. Iets waarvan veel paardeneigenaren er vanuit gaan dat dat een hoge schoft is en dus 'gewoon' bij het paard hoort en normaal is. Maar is dat wel zo? Is het paard echt zo gebouwd of is er iets anders aan de hand?
Laten we voorop stellen dat elk paard inderdaad zo gebouwd kán zijn. De bouw van het paard is datgene wat in de aanleg van het paard en in het DNA zit en wat niet veranderbaar is. Denk hierbij aan onder andere de kleur van de vacht en manen en de lengte en dikte van de botten. Overige zaken valt onder de houding van het paard, oftewel het postuur. En dit laatste is wel degelijk beïnvloedbaar, o.a. door trauma's, stress en spanning, belasting, training, hoefstand, leeftijd, voeding, etc. De houding van het paard is dus zowel in positieve als in negatieve zin beïnvloedbaar en kan veranderen in de loop der tijd.
Als we nu naar deze zogenaamde 'hoge schoft' kijken, dan kan dit dus de bouw zijn, aangezien de doornuitsteeksels van de wervels die de schoft vormen niet in hoogte veranderbaar zijn, want het is bot. Maar vaker is dit de houding, en daar ga ik wat dieper op in.
En een combinatie is natuurlijk ook mogelijk.
Laten we eens lokaal kijken. De halswervelkolom (cervicaal) loopt over naar de borstwervelkolom (thoracaal), deze overgang heet de Cervico-Thoracale Overgang oftewel de CTO. De eerste 10 wervels van de borstwervelkolom vormen de schoft, waarvan de eerste wervels bij de schoft die je tegenkomt vanaf het hoofd van het paard gezien meestal de 3e en 4e borstwervel is. Deze wervels inclusief doornuitsteeksels bepalen de vorm van de schoft (de bouw). De wervelkolom is tussen de schouderbladen opgehangen met fascies (bindweefsel), ligamenten (banden) en spieren. Deze zorgen ervoor dat de wervelkolom tussen de schouderbladen als het ware 'hangt'. Maar, de wervelkolom moet wel op en neer kunnen bewegen! Hiervoor is er een actief systeem namelijk de spieren, waaronder de borstspieren (pectoraal spieren) en de vleermuisvormige spier (serratus) en er is een passief systeem namelijk het fasciale systeem en de ligamenten. Deze systemen samen zorgen ervoor dat het paard zijn schoft kan liften tussen de schouderbladen, namelijk de schoftlift. Deze schoftlift is nogal essentieel voor het paard!! Het zorgt o.a. voor een vering/demping in het paard bij iedere stap die hij zet.
Voor meer informatie over de schoftlift: http://www.equipuruspaardenrevalidatie.nl/.../6-De.../
Werkt deze vering niet omdat er een blokkade zit, of maakt het paard geen schoftlift in de training, dan kun je je wellicht voorstellen dat deze vering uit andere structuren van het paard wordt gehaald, waaronder de pezen van de voorbenen en het kogeldraagapparaat met blessures aldaar op de loer.
Afijn, terug naar de schoft. Aangezien de schoft kan liften middels de hierboven genoemde structuren, kan de schoft ook soort van te ver zakken. Het paard hangt dan in de boeg op de voorhand. Dit geeft een overbelasting van het fasciale systeem en de spieren die hierboven zijn genoemd. Overbelaste spieren en fascies doen pijn. En pijnlijke spieren en fascies kunnen niet meer goed hun functie uit voeren.
Op het moment dat het paard dus te ver in de schouderbladen is gezakt en langdurige tijd geen schoftlift meer maakt, kom je de 'dip' voor en na de schoft tegen. Omdat de wervelkolom is gezakt en daar veelal vast zit in de CTO en borst trekken alle overige structuren rond de wervelkolom naar beneden. Daardoor ontstaat die dip of kuil voor de schoft in de manenkam en veelal ook daarmee een kuil na de schoft daar waar het zadel ligt.
Op de foto's heb ik enkele voorbeelden toegevoegd waarop de dip voor de schoft met een pijl is aangegeven. Herken je dit bij paarden?
Nu je dit allemaal weet, rijst vast de vraag wat je er aan kunt doen. In eerste instantie moet het paard los genoeg in de CTO en borst zijn om de schoftlift te kunnen maken, en om de pijnlijke en overbelaste spieren en fascies weer functioneel te krijgen. Vanaf daar is het een kwestie van trainen, met name verticaal evenwicht is van belang om de schoftlift te krijgen en te ontwikkelen. Het paard móet hierbij wel lengte behouden in de hals én met de neus voor de loodlijn getraind worden anders zakt de wervelkolom alsnog en verliest het paard de schoftlift, dit kan biomechanisch gezien niet anders. Dit ontwikkelen kost tijd, en als je paard zich wat verder hierin ontwikkelt kan het wel tot een jaar duren voordat de dip voor en na de schoft minder is geworden of weg is.
Een hoge schoft kan dus een hoge schoft zijn, maar op het moment dat je een dip of kuil voor en/of na de schoft ziet, kan er dus iets anders aan de hand zijn. Wees hier alert op, herken dit soort blokkades bij je paard en train je oog!